Über die Grenze

20 juni 2024

Door Abe Brouns

"Ik nam deel aan een overleg voor het project Über die Grenze om het uit te breiden naar een nog groter project. We zaten met vertegenwoordigers van de Euregio, Gilde Opleidingen en verschillende Duitse beroepscolleges aan tafel. Hoewel ik als Limburger dicht bij de Duitse grens woon, is Duits niet mijn moedertaal. Ik stelde me voor in mijn beste Duits à la Louis van Gaal: ‘Ja, hallo, mein Name ist eh, eh, ich bin von Gilde Opleidingen.’ Alleen al het voorstelrondje was spannend. Later besefte ik dat onze studenten wellicht dezelfde spanning voelen. Zij lopen stage in Duitse kinderdagverblijven en spreken zowel Nederlands als Duits met hun collega's. Het is een ervaring die impact heeft.

Dit geldt niet alleen voor het project Über die Grenze, maar ook voor onze studenten die stagelopen bij het Rode Kruis in Malaga, op een geheime locatie waar zelfs wij niet naartoe mogen. Deze studenten komen terecht in een wereld van vluchtelingenstromen. Ze ontmoeten vrouwen en kinderen die veel geld betalen om in een bootje te zitten en zien vervolgens hoe deze mensen, hoe penibel de situatie ook is, soms gewoon weer naar huis worden gestuurd.

Door zo’n buitenlandervaring plaatsen we onze studenten in een andere wereld – en daar kiest de student natuurlijk ook voor. Het is indrukwekkend om te zien hoe studenten hun buitenlandervaring delen en hoe die hen vormt. In slechts vijf maanden tijd groeien ze op een manier die hen volwassener maakt. Je kunt het zien en horen aan hun verhalen. Ze begrijpen wat er daar gebeurt en beseffen hoe waardevol zo’n ervaring is voor hun persoonlijke ontwikkeling. Tegelijkertijd realiseren we ons dat het ook een diepe indruk kan achterlaten.

Het is belangrijk om aan de voorkant goed te overwegen of een internationale ervaring geschikt is, maar ik zou het eigenlijk iedereen gunnen. Ik kan het haast niet in woorden uitleggen; je ziet het in het gedrag en de houding van studenten. En als je dan met zo’n student spreekt, dan voel je dat die student zoveel aan het leren is. Je ziet iemand staan die volledig begrepen heeft welk werk hij straks gaat doen. Je ziet dat hij begrepen heeft waarvoor hij leert. Waarvoor hij heeft gekozen. En door deze internationale ervaring en kennis vinden ze beter hun plek in de wereld. Door deze andere context en omgeving merken we dat ze ook praktijk aan theorie kunnen koppelen. Of dit nu Malaga, Sevilla, Duitsland of Finland is: overal waar een student zo’n ervaring opdoet, krijgt deze student input om uiteindelijk beter te functioneren in de Nederlandse maatschappij.

Voor mij bevestigt dit dat we buiten de grenzen van ons instituut moeten blijven kijken. Wat als we grenzen wegdenken? Dan bevinden we ons in hetzelfde verspreidingsgebied, zoals bij een kinderopvang die op twee minuten lopen van de grens ligt. Waarom zouden we daar geen zaken kunnen doen? Laten we de blik naar buiten houden en tegelijkertijd beseffen: wat is het resultaat van internationalisering? Wat voor impact heeft dit op onze studenten en hun stages? En wat betekent dit voor ons aanbod en onze regio?”